Je bent mede-eigenaar van een mooi bedrijf, gerenommeerd, alom gerespecteerd en 100% gefocust op … vlees.
Al meer dan 130 jaar verzorg je kwaliteitsvlees voor de horeca. Plotsklaps, op 20 december 2006 krijg je ‘s-nachts om 04:45 uur een paniekerig telefoontje, 10 seconden later spring je met alleen een pyjamabroek aan in je auto en scheurt in ‘no time’, dodelijk ongerust, naar je bedrijf. Wat je daar aantreft is één grote vuurzee. Naast jouw pand staat de buurman, een Mexicaanse tacofabriek, in lichterlaaie. Het vuur dreigt over te slaan. Naar de brandweer wordt er continu geschreeuwd: zet ons pand onder water!
Herman Gorter maakte het mee. Samen met Wim Fontijn is hij sinds 2006 eigenaar van een van de mooiste familiebedrijven in Nederland: Fontijn. Wim is de zoon van Cees Fontijn en Cees maakte in december 1999 de keuze Herman in dienst te nemen.
Herman had zijn sporen verdiend in de vleesindustrie en ging al snel zich met alles bemoeien binnen Fontijn en nog succesvol ook. Fontijn groeide gestaag. Het team van enthousiaste medewerkers was daar vanzelfsprekend medeverantwoordelijk voor. Als familiebedrijf stonden ze bekend om de hoge kwaliteit van hun producten en hun optimale service.
Aan administratieve werkzaamheden werd niet veel aandacht gegeven, veel werk werd uitbesteed aan externe bedrijven. De focus was gericht op de klant en, zoals gezegd, de kwaliteit.
Herman herinnert zich die nacht van de brand nog als de dag van gisteren: “Wij beginnen bij Fontijn altijd vroeg. Om 05:00 uur. Ik was er na dat telefoontje binnen een kwartier en een aantal collega’s waren toen al druk bezig te redden wat er te redden viel. Een hamburgermachine werd zo goed en kwaad als het ging uit de brand naar buiten gesleept. Ik greep alles wat los en vast zat en rende met paperassen en ordners onder mijn arm door de rook het pand weer uit. Een collega had onze server uit de archiefkast gerukt; in die tijd waren dat nog simpele en niet megazware kastjes. Veel bleek 24 uur later toch kapot of onbruikbaar geworden door hitte, rook en bluswater. Ook de netwerkkaart van de server bleek achteraf beschadigd.”
Herman vervolgt in één ademteug: “Gelukkig zijn er zowel bij ons als bij de buren geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Maar ik kan je wel vertellen dat ik niet wist dat er zoveel adrenaline door je lijf kon gieren. Alles vecht om voorrang in je kop. Het is vlak voor de Kerst. Het is dan natuurlijk knetterdruk bij Fontijn. Gelukkig had ik in mijn telefoon van al onze relaties en leveranciers de telefoonnummers. Mijn vriendin regelde een telefoonteam van 10 man en we konden dus supersnel al onze klanten op de hoogte brengen. Wim en ik kregen echt de meest bizarre reacties. Van dreigementen zoals “kan me niet schelen wat er gebeurd is, jullie lossen het maar op” tot alle begrip. Concullega’s en vooral ook leveranciers van ons boden hulp aan. Dat was echt supertof.”
“Toen de eerste stress achter de rug was, ga je pas een beetje rustig nadenken over zaken als ‘hoe nu verder?’, ‘ben ik wel goed verzekerd?’, ‘kan ik straks nog wel verder met ons bedrijf?’
Ik wist één ding zeker: we hadden een gedegen, goed taxatierapport (conform artikel 7:960 BW; red.). Ongeveer 2,5 jaar voor de brand had ik op advies van onze verzekeraar een taxatie laten doen door Lengkeek.”
Het taxatierapport bleek goud waard. Door ervaringen van anderen met brand, waar je wel eens over hoort, ben je toch onzeker over hoe het met de verzekering zal gaan. De door ons ingeschakelde contra-expert vroeg gelijk of er taxatierapporten waren. Dankzij het rapport van Lengkeek konden ze alles aantonen en weerleggen. We kregen alles keurig vergoed. Als je dan weet hoeveel energie ik een paar jaar daarvoor erin heb moeten steken om de grote baas Cees Fontijn te overtuigen alles goed te laten taxeren, dan schiet ik nog weleens in de lach. ‘Al die hoge premies, zonde van het geld’ en ‘je moet je inventaris niet voor nieuwwaarde taxeren, nergens voor nodig’ zijn argumenten die veel ondernemers roepen. Ook Cees. Gelukkig ging hij overstag en mocht Lengkeek langskomen. Natuurlijk gingen we meer premie betalen, maar na de brand waren we met zijn allen maar wat gelukkig dat we het advies en alle tips van Lengkeek hadden opgevolgd.”
Fontijn kreeg alles wat verloren was gegaan tegen de getaxeerde (nieuw)waarde uitgekeerd. Een groot bedrag waarmee ze het familiebedrijf weer konden opbouwen en continueren. Omdat ook de bedrijfsschade was meeverzekerd kon Fontijn binnen een week een groot huurpand betrekken met koeling en vriesruimte en nieuwe apparaten waarmee ze de productie flink konden opvoeren.
“Na de brand zijn we overigens ook gegroeid: in omzet en in personeel. Door corona hebben we het nu wel even moeilijk. We doen natuurlijk heel veel met en voor de horeca. Die krijgen het zwaar voor de kiezen. Het is balen, maar gelukkig gloort er licht aan de horizon.”
Wim en Herman hebben vooralsnog geen directe opvolgers. Het zou mooi zijn als de onderneming in de familie zou blijven, maar het is voor beiden geen heilig moeten. “We houden graag vast aan onze kernwaarden, onze identiteit. Een platte organisatie met de intentie steeds weer te innoveren en attractief te blijven. Iedere dag gaan we er met zijn allen 100% voor. Allemaal zijn we multifunctioneel inzetbaar. Zelf doe ik onder andere de inkoop, de verkoop en de boekhouding. Als we handjes tekort komen, sjouw ik gewoon mee. Functies kennen we hier eigenlijk niet. We doen het met zijn allen, we doen het voor de klant. Klant blij, wij blij daar draait het om.”
Ongemerkt zijn we 1,5 uur verder. Herman moet verder. Vele telefoontjes kwamen tijdens het interview binnen en ook al is het vrijdag, die moeten voor het weekend wel worden afgehandeld.
Eigenlijk hadden we het heel kort kunnen houden, besluit hij: “Zorg ervoor dat je altijd een taxateur de waarde van je pand en inventaris tot in detail laat bepalen, de juiste waarde. In februari hebben we weer een taxatie door Lengkeek laten doen. Wat mij betreft is dit voor iedere serieuze organisatie een must. Als Fontijn het taxatierapport van Lengkeek niet had gehad, na die brand, hadden we nooit gestaan waar we nu staan. Dankzij Lengkeek konden wij snel verder. Heel erg snel!”